Auto dicht met de sleutels erin! ‘Alledagjes’ van Tietia Feikens

Tietia Feikens
‘Alledagjes’
12-6-2017

Auto-avonturen

Het is niet eens dat ik zo’n bijzonder leven leid maar ik beleef wel vaak bijzondere dingen. Of misschien ervaar ik ze wel als bijzonder en zijn ze heel gewoon, dat is aan jullie om te beoordelen.

Heb je een ontspannen weekend gehad in je zomerhuisje, ben je klaar om naar huis te gaan, heb je je spullen gepakt en gooi je je auto dicht. Met de sleutels erin! Want die zaten in je vest en omdat het zo warm was besloot je dit op het allerlaatste nippertje uit te doen en in de auto te gooien. De reservesleutel hangt in het sleutelkastje, 60 kilometer verderop.

Daar sta je dan. Een ogenblik lijk je bevroren. Je ziet de wenkbrauwen van je man in sierlijke boogjes omhoog gaan en je vermoedt wat hij denkt: Jaaaa hoor, het zal ook niet! Hij is er waarschijnlijk van overtuigd dat zoiets hem niet zal overkomen. Gelukkig ben je van het probleem-oplossen en je hebt een handige tip op Facebook gezien; je laat je man een gleuf in een tennisbal snijden, plaatst die over het slot en slaat er met volle kracht tegenaan. En nog een paar keer. Manlief probeert het ook. In het filmpje floept het slot direct open. Ander merk autodeur zeker. Dus je belt de ANWB. Die zijn drie kwartier later ter plekke en geloof het of niet, ze hebben je voorportier binnen 2 minuten open. Echt! Ik zal hier maar niet vertellen hoe ze dit deden want het is kinderlijk éénvoudig en het zou mensen maar op ideeën kunnen brengen.

Op mijn 21e haalde ik in één keer mijn rijbewijs, waarmee ik menigeen verbaasde, aangezien ik nogal een klungelig type ben. Helaas had mijn vader nog niet zo veel vertrouwen in mijn bestuurderskunsten. Toen ik vroeg of ik in zijn Volvo 340 mocht rijden om wat ervaring op te doen, mocht dit wel van hem maar dan wilde hij er naast zitten. Hier was ik bepaald niet enthousiast over maar aangezien ik wilde oefenen moest dat dan maar. Ik was werkelijk bloednerveus. Van mezelf was ik al onzeker maar als ik naar het strakke gezicht van mijn vader keek zakte de moed me helemaal in de schoenen! Trillend startte ik de motor en reed weg in zijn één. Het schakelen voelde heel anders dan in mijn les-auto en toen ik de pook in zijn twee wilde duwen had ik zomaar de knop van de versnellingspook los in mijn hand. ‘Toe!’ gilde ik ‘paniekerig naar mijn vader, doe iets!’ Mijn vader zei niets maar met een gezicht als een oorwurm drukte hij de knop weer op de versnellingspook. Mijn vader was zelf altijd buitengewoon voorzichtig met zijn auto’s. Ik had het inmiddels zó warm gekregen van de stress dat ik het raampje aan mijn kant wilde opendraaien voor wat frisse lucht. Maar na een paar slagen van de raamhendel had ik opeens ook daarvan de knop los in handen. Ik stikte zowat van de zenuwen maar slaagde er zelf in de knop weer op de raamhendel te drukken. Mijn vader en ik hebben vermoedelijk de hele weg niet meer een woord tegen elkaar gesproken.

Mijn ex-man en ik kochten onze eerste auto, een knaloranje eend. Fantastisch rijden was dat! We waren helemaal in onze nopjes. De tweede dag stond ik voor een kruispunt te wachten ( mijn ex-man naast me, hij had nog geen rijbewijs ), toen er pal voor onze neus een ongeluk gebeurde; de bestuurder van een busje negeerde het rode stoplicht en botste op twee personenwagens. Eén daarvan maakte een enorme zwieper en nam in de vlucht de voorkant van onze eend mee. Die was total-loss. Ik was zó verschrikkelijk kwaad dat ik uitstapte en me tussen de wrakken en geschrokken mensen door, een weg baande naar de bestuurder van het busje. Met de bedoeling om hem op z’n bek te slaan. Ik moest in bedwang gehouden worden door 2 man. Waarna ik een huilbui kreeg. Onze mooie, nieuwe ( zij het 5e-handse ) eend!

Gelukkig hadden we snel weer een andere eend, een groene deze keer ( die later ook oranje bleek te zijn, zo zagen we, nadat we door onhandig gebruik van een krik, een enorme kras op de deur hadden gemaakt ). Daarna volgde nog een andere eend die onder de mat op de passagiersplaats een fors gat in de vloer bleek te hebben, waardoor je de weg onder je voorbij zag schieten. We hadden er bij het kopen niet aan gedacht de mat op te tillen. Nadien volgde nog een hele serie andere auto’s. We hadden ze altijd maar kort omdat het oude brikken waren, die we voor een prikje kochten. Eén daarvan was een enorme grote, oude Ford Taunus. Hiermee toerden we naar Luxemburg, waar we ontdekten dat hij op een helling geparkeerd moest worden omdat het alleen bergaf lukte om hem te starten. En ook bleek het een rijdende bom te zijn omdat hij aan twee kanten benzine lekte, zo vertelde de ANWB ons later. Iemand had er niet een brandende sigarettenpeuk onder moeten gooien!

De laatste auto die ex en ik samen bezaten was een Fiat-tipo. Na de scheiding, waarbij hij de auto hield, mocht ik deze nog een tijdje blijven gebruiken. Zonder auto heb ik altijd het gevoel gehad opgesloten te zijn en met 2 kleine kinderen was het wel heel praktisch ook om er één te bezitten. Ik zag alleen nog geen mogelijkheid om er eentje aan te schaffen dus het lenen van de, voorheen gezamenlijke, auto duurde wat langer dan gepland. Ex begon hierover steeds meer te mopperen. Hij was ook extreem voorzichtig met de auto, dus de weekenden dat ik hem had ging ik er ook bijzonder zorgvuldig mee om. Hetgeen niet kon voorkomen dat er héél veel krasjes op kwamen…

Tijdens één van de weekenden dat ik de auto had, reed ik met twee vriendinnen naar de IJsselmeer kust. Ik wist daar een mooi privé-strandje waar we heerlijk konden zonnen en zwemmen. Via een boerenerf en een pad door de weiden, reed je naar het basaltdijkje, dat een weiland met koeien scheidde van het IJsselmeer. De auto parkeerde ik vlak achter het dijkje en als je eroverheen klom was daar een heerlijk strandje. We hadden een zalige middag! Roezig van de zon en hongerig van het zwemmen wilden we na een paar uur weer naar huis. Mijn vriendinnen en ik klommen weer over het dijkje en keken met grote verbazing naar het tafereel dat we daar zagen; Zeker 12 koeien slikten met hun grote, slijmerige, modderige tongen aan de Fiat. Waarom is voor mij altijd een raadsel gebleven. De auto was daardoor totaal onherkenbaar geworden. Dichterbij gekomen zagen we dat door het schuren van al die zanderige tongen, de lak helemaal bekrast was. Ik voelde lichte paniek opkomen; Oh, als ex dit zou zien! Na de ramen met ons laatste drinkwater enigszins schoongemaakt te hebben reden we in een ongelooflijk smerige auto terug naar het zomerhuisje.

Daar vonden we een aantal mannen bereid te helpen met het weer toonbaar maken van de auto. Eén had nog een groot blik ‘Commandant’ poetsmiddel ( waarmee je lichte krassen kon maskeren ) en een ander had een oud wollen hemd dat in repen gescheurd werd. Met elkaar poetsten we dat het een lieve lust was. Daarna was de auto glimmend schoon en zag je bijna niets meer van de krasjes. Toen ex hem twee dagen later ophaalde en ik met bonzend hart afwachtte of hij ook iets zag, zei hij ‘ Je hebt hem door de wasstraat gehaald! Bedankt! ‘ En hij reed de straat uit. Hij heeft nooit geweten wat er gebeurd was en ik heb hem niet wijzer gemaakt.

Mijn eerste eigen gekochte autootje, in mijn ‘bijstandsmoeder-tijd’ was een 15 jaar oude, witte Fiat Panda. Ik was als een kind zó blij en trots! Het wagentje moest wel eerst eens grondig worden gepoetst, want dat was niet inbegrepen geweest bij de prijs van 400,- . Ik sloeg geen plekje over en de buitenkant glom al gauw als een spiegeltje. De binnenkant moest gezogen en daarom moesten de matten eruit. Met een ruk schoof ik de stoel achteruit maar die vloog tot mijn grote ontsteltenis uit de rails en lag los in de auto. Eerder had ik nooit gedacht dat dit mogelijk was maar echt, dat kan! Samen met mijn vader, wiens wenkbrauwen ook weer in sierlijke boogjes omhoog gingen, lukte het de stoel weer terug in de rails te krijgen.

Een dikke week later moest ik voor de eerste keer tanken met mijn witte Panda. Natuurlijk stond ik eerst bij de verkeerde pomp omdat ik niet meer wist aan welke kant de tankdop zat. Ik tankte het kleine tankje helemaal vol, rekende af en reed weer naar huis. Onderweg vroeg ik me af wat ik toch steeds over het dak hoorde krassen. Ik zette de auto aan de kant en ontdekte dat het de tankdop was, die ik vergeten was weer op de tank te draaien en die heen en weer rolde tussen de dak rails. Op de weg zag ik een spoor van benzine, die er tijdens het rijden uit geklotst was.

Zo kan ik nog wel een hele tijd doorgaan. Van het jeugdtrauma van mijn dochter, van al die keren dat een oud brik er mee ophield, vlak voor een brug of op de helling van een parkeergarage. Van enge geluiden, vlak voor dat weer een motor er de brui aan gaf. Ze hoeft nu maar in een auto te rijden ( heeft nu zelf een rijbewijs ) en een vreemd kraakje of rateltje te horen en ze verstijft. Al haar moeders autopech nog vers in haar geheugen. Of ik zou kunnen schrijven over mijn grote vriend de ANWB. Over al die keren dat ik de lichten had laten branden, de accu leeg was gelopen en ze me opgewekt uit de brand hielpen. Of dat ze ( wat moet je zonder ANWB?) mij naar huis moest slepen omdat ik weer eens een uitlaat was verloren of omdat één van mijn wrakken gewoon was overleden onderweg.
Dat zou ik allemaal kunnen doen. Maar ik weet zeker dat jullie dit zelf ook allemaal meegemaakt hebben. Toch?

Overigens rijd ik al 35 jaar nagenoeg schadevrij.

Tietia Feikens