De economie trekt al een tijdje aan, maar uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat er in Nederland opnieuw meer huishoudens in langdurige armoede leven.
Langdurig betekent in dit geval vier jaar of langer. In 2014 verdiende 2,7 procent van alle Nederlandse huishoudens langere tijd te weinig om rond te komen, in 2016 was dat 3,3 procent. Dat zijn 224.000 huishoudens die al jarenlang financieel het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden en die iedere dag voor onmogelijke keuzes staan waar het hun uitgaven betreft.
Te jong voor pensioen, te oud voor een baan
Onder de werkenden zijn zzp’ers het meest kwetsbaar als het om armoede gaat. Zij profiteren het minst van het economische herstel. Maar wat blijkt nog meer uit de cijfers? De groep bijna-pensionado’s tussen de 63 en 65 jaar heeft gemiddeld het meest lage inkomen. Misschien bij nader inzien niet zo verrassend. Zij zijn hard getroffen door de crisis waardoor ze de tijd tot hun pensioen vaak moeten overbruggen met een uitkering door werkloosheid of ziekte. Te jong voor pensioen, maar voor veel werkgevers te oud voor een baan. Zijn ze eenmaal toe aan hun pensionering, dan verbetert de financiële situatie doorgaans aanmerkelijk. 65-plussers lopen van alle leeftijdsgroepen het minste risico op armoede. Met het verschuiven van de pensioenleeftijd zal naar verwachting ook die leeftijdsgrens opschuiven.
Een nieuwe ongelijkheid
Uit onderzoek van de universiteit van Maastricht bleek vorig jaar dat de verhoging van de AOW-leeftijd en de afschaffing van de vut voor een nieuwe ongelijkheid heeft gezorgd. Hoogopgeleiden stoppen gemiddeld een jaar eerder met werken dan laagopgeleiden, ook al zijn dát over het algemeen de mensen die fysiek het zwaarste werk doen. De eerste groep kan zich financieel vaker veroorloven eerder te stoppen, terwijl een grote groep lager opgeleide werknemers door de opgeschoven pensioenleeftijd langer op de bijstand aangewezen is.
Rond de armoedegrens
De meeste lage inkomens zijn te vinden in Rotterdam. Daar leeft meer dan 15 procent van de huishoudens rond de armoedegrens. Daarna volgen Groningen (14,7%) en Amsterdam (14,6%). De Gelderse gemeente Rozendaal heeft van alle Nederlandse gemeenten het laagste aandeel huishoudens (2,9%) met een laag inkomen.
In Nederland leven 117.000 kinderen al minimaal vier jaar in armoede. Vier op de tien kinderen uit deze groep groeit op in een eenoudergezin, zes op de tien komt uit een bijstandsgezin.
Bron: CBS