Alledagjes: Het verhaal van Kadi

BLOG – In de bibliotheek van mijn vrienden op Kreta, waar ik vakantie hield, stond ik een boek uit te zoeken om mee te nemen naar het strand. Mijn oog viel op een boek dat ging over een vrouw die ontvoerd werd door Boko Haram (een Islamitische terroristenorganisatie, vooral actief in Nigeria). Nee, dacht ik, geen boek over ellende ver weg, maar toch kon ik het niet laten liggen. Zo kwam het dat ik op het strand, liggend op mijn strandbedje, samen met mijn dochter Roos, dat boek las. Het was het persoonlijke, onwaarschijnlijke verhaal van Patience. Ze werd tot twee keer toe ontvoerd door Boko Haram en haar respectievelijke echtgenoten werden door hen vermoord. Patience slaagde erin tot twee keer toe te ontsnappen. De tweede keer kreeg ze op de vlucht, onderweg ergens in de bosjes, haar kindje Gift. Zonder hulp en zonder middelen en ze was toen pas 18 jaar. Opeens voelde ik me een zwaar verwende westerling; genieten van een zoveelste luxe-vakantie, terwijl er op veel andere plaatsen op de wereld mensen creperen. ‘We mogen wel dankbaar zijn dat we dit kunnen doen Roos’, zei ik, doelend op onze heerlijke zonvakantie. Roos legde ogenblikkelijk de link, aangezien ze wist welk boek ik aan het lezen was en beaamde dit volmondig.

Loopbaancentrum

Het verhaal deed me denken aan Kadi, een vrouw uit Sierra Leone, die ik een paar jaar geleden ontmoette. Ik was werkzaam als coach bij een loopbaancentrum van een gemeente en het was mijn taak te kijken in hoeverre Kadi mogelijk aan het werk zou kunnen. Ze had een uitkering en ik had een half jaar tot een jaar om haar ‘geschikt voor werk of vrijwilligerswerk’ te maken.
Kadi kwam met grote, bange ogen binnen, de rest van haar gezicht leek een masker met een starre uitdrukking. Haar vingers waren gekromd en ze kon ze niet meer bewegen. Hierdoor leken haar handen klauwtjes. Kadi deed me sowieso aan een bang vogeltje denken. ‘Kijk’, zei Kadi en toonde me haar handen, ‘ik kan niet werken’. Het was de bedoeling dat ik haar een plekje op ons loopbaancentrum aanbood, waar ze werkervaring op kon doen. Ik voelde intuïtief dat ik voorzichtig moest zijn met haar, dus ik vertelde haar dat ze de komende tijd niets hoefde en dat ik haar graag eerst wilde leren kennen. Ik stelde voor dat we de komende tijd elke twee weken een afspraak zouden hebben voor een gesprek en dat ze niet bang hoefde te zijn. Kadi ontspande en wist zowaar een glimlachje te produceren. Ze vertelde dat de textielhoek haar wel heel leuk leek en misschien kon ze wat kleine werkjes doen. In de textielhoek was het meestal een gezelligheid van belang en daar zaten vrouwen van allerlei achtergronden en culturen vaak lachend en kletsend te werken aan textielprojecten. Dat had Kadi ook gezien en zij was echt toe aan wat sociale contacten. Prima idee!

Ze hield de gordijnen overdag gesloten

Tijdens het gesprek dat volgde vertelde Kadi dat de dokter niets aan haar handen had kunnen vinden. Dat had ik ook niet verwacht. Haar hele houding en de uitdrukking van haar gezicht vertelden me dat ze waarschijnlijk veel had meegemaakt en dat haar klachten psychosomatisch zouden kunnen zijn. Kadi vertrouwde me en was zó dankbaar dat ze niets van me te vrezen had, dat ze begon te praten. Een aantal jaren geleden was ze uit Sierra Leone gevlucht met haar oudste dochter, die nu in Engeland woonde met haar man en twee kinderen. Kadi had wiskundeles gegeven op een middelbare school in haar land van herkomst. Ze was dol op kinderen, vertelde ze. Maar nu was ze erg somber, en kwam de deur bijna niet meer uit. Ze hield de gordijnen overdag gesloten. ’s Nachts sliep ze nauwelijks. Hooguit een paar uurtjes met het licht aan, vanwege de nachtmerries. Haar enige contacten waren de avondjes met andere vluchtelingen uit Sierra Leone, die haar liefkozend aunty (tante) Kadi noemden omdat ze hun met van alles hielp. ‘Wij hebben allemaal veel meegemaakt’, vertelde Kadi, ‘maar we spreken er niet over met elkaar, dat is te pijnlijk en we schamen ons er ook voor’. ‘Heb je wat je hebt meegemaakt ooit aan iemand verteld?’ vroeg ik. ‘Nee’ schudde Kadi en keek met lege, opeens betraande ogen voor zich uit. ‘Misschien zou het mij helpen, zei ze, maar ik vind het zo moeilijk’. Ik wreef zachtjes over haar arm en legde uit dat ik dat begreep.

De soldaten vielen schietend en moordend haar dorp binnen

De keer daarop keek Kadi me indringend aan en zei plechtig : ‘Ik ga jou mijn verhaal vertellen. Iemand moet het weten’. Ik haalde koffie en liet haar haar gang gaan, niet voorbereid op welke gruwelen ik zou horen. Kadi en haar man woonden met hun vier kinderen in een klein dorpje in Sierra Leone. Aangezien ze beiden werk hadden, haar man werkte als technicus, hadden ze het goed en konden hun kinderen naar school. Ze leidden een onbezorgd en gelukkig leven. Maar de laatste tijd waren terroristen actief in hun deel van het land en die hielden grote slachtpartijen in de dorpen. Kadi en haar gezin waren vreselijk bang dat de soldaten ook naar hen toe zouden komen. En op een avond gebeurde inderdaad het ondenkbare, de soldaten vielen schietend en moordend haar dorp binnen. Kadi’s man pakte het jongste kind op zijn arm en Kadi pakte de andere drie kinderen, maar het was al te laat; Haar man en jongste kind werden voor haar ogen doodgeschoten en ze kon geen minuut meer naar hen kijken omdat ze met de andere kinderen moest vluchten. ‘Mijn jongetje, hij was zó mooi’. Kadi begon zachtjes te huilen. Ik zei niets en luisterde alleen maar, terwijl een ijskoude hand mijn hart greep.

Troosten

Kadi vluchtte dagenlang verder met haar drie oudste kinderen, zonder eten en zonder drinken, met alleen dat wat anderen haar aanboden. ’s Nachts sliepen ze gewoon op de grond in de open lucht. Naarmate de dagen vorderden, werd de vluchtelingenstroom steeds groter. Soms was er in één keer tumult en sloeg de hele stroom mensen ineens rennend op de vlucht. Kadi’s nachtmerrie werd nog groter; ze raakte twee van haar kinderen kwijt in de chaos. ‘Ik heb, samen met mijn oudste dochter, dagen-wekenlang lopen zoeken en vragen’, zegt ze zacht en hees, ‘maar we vonden ze niet meer terug’. Kadi begint hartverscheurend te huilen, met lange uithalen en gaat voorover op tafel liggen. Haar armen uitgestoken. Er is niets anders wat ik kan doen dan haar handen pakken en haar stijve vingers met de mijne zachtjes warm wrijven. Wat ik ook zou zeggen om te troosten, het zou potsierlijk lijken. Minutenlang zitten we zo, tot Kadi zich enigszins herpakt heeft. Op tafel een plasje snot en tranen. Bij de deur slaan we de armen om elkaar heen en knuffelen elkaar. ‘Lieve, lieve, dappere Kadi zeg ik, wat ben ik trots op jou!’ ‘Ik kon het, zei Kadi, omdat ik jou vertrouw. Jij bent een goed mens’.

‘Het liefste zou ik doodgaan’

Tijdens onze volgende bijeenkomst vertelt Kadi dat ze eigenlijk niets meer heeft om voor te leven. Haar oudste dochter heeft ze uit angst zó verstikt, dat die naar Engeland is verhuisd. ‘Ze kon er niet meer tegen, zegt Kadi, ik bemoeide me met alles, gewoon om haar te beschermen. Ik was zó bang om haar ook nog te verliezen! We hadden alleen maar ruzie. We zien elkaar maar twee keer per jaar, de ene keer ga ik naar haar en dan zie ik ook mijn kleinzoons. De andere keer komt zij bij mij, alleen. Maar we maken altijd ruzie; ik wil haar helpen en zij vindt dat ik me te veel met haar bemoei’. Kadi’s blik is leeg en vermoeid. ‘Het liefste zou ik doodgaan, zegt Kadi, het hoeft voor mij niet meer. Ik ben alleen nog maar somber en moe’.
‘Lieve Kadi, zeg ik, wat jou is overkomen zal niemand ooit meer ongedaan kunnen maken, nooit. Maar het is voor jou wel mogelijk om je wat anders te gaan voelen, ook al lijkt je dit nu, op dit moment, onmogelijk. En er zijn mensen die je nodig hebben Kadi, je kleinzoons en je dochter. Ook al hebben jullie veel ruzie, jij bent haar moeder en zij wil jou niet kwijt, ook al laat ze dit nooit merken en woon je hier. Voor haar en je kleinkinderen mag je het niet opgeven. Ze hebben jou nodig’. Ik bespreek met Kadi de mogelijkheid van antidepressiva en laat haar beloven dat ze ‘s middags naar de huisarts gaat. Ik bied haar aan mee te gaan maar dat wil ze niet. ‘s Avonds thuis bel ik haar op en Kadi is haar belofte nagekomen. De huisarts heeft haar antidepressiva voorgeschreven.

In de weken daarna zie ik Kadi opknappen. Samen bereiden we een reis naar Engeland voor, waar ze in juni naar toe gaat om twee maanden te blijven, zodat ze haar kleindochter geboren kan zien worden, en zodat ze kan helpen bij de bevalling en de weken daarna. We maken een lijst van leuke dingen die je samen met je dochter of je kleinzoons ’s middags kunt doen en Kadi mag alleen ’s ochtends in de huishouding helpen. Hierbij mag ze geen kritiek uiten op haar dochter. Dat is nu een volwassen vrouw en die doet de dingen op haar manier. Kadi begrijpt wel dat ze erop moet vertrouwen dat het goed gaat met haar dochter en haar los moet laten. En dat dit de enige manier is om haar te houden en van haar te houden. Na de zomer komt Kadi terug, stralend met allemaal foto’s van haar prachtige kleindochter. ‘En ik heb maar één keer ruzie gehad met mijn dochter!’, zegt ze trots. Het was voor haar en haar dochter een geweldige ervaring geweest en Kadi had voor het eerst in jaren genoten. Ze had voor mij, als cadeau, teerzeep meegenomen. ‘Dat gebruiken ze allemaal daar in Engeland en het ruikt heerlijk!’ Mijn collega’s en ik dachten daar wat anders over maar natuurlijk was ik heel dankbaar voor dit cadeau.

Ik was compleet overdonderd door haar verschijning

Na die zomer ging Kadi’s herstel heel snel. In een grote vacature-map had ze een vrijwilligersbaan gevonden als begeleidster in een studiecentrum, op een gymnasium. ‘Wil jij het eerste contact wel voor mij leggen?’, vroeg ze ‘als die man mijn accent hoort wil hij mij misschien niet’. In het kader van de zelfredzaamheid laat ik mensen meestal zelf bellen maar in Kadi’s geval hing er zoveel vanaf dat ik voor haar belde. En een goed woordje voor haar deed. Daarna mocht ze op gesprek en werd ze met zoveel warmte binnengehaald dat ze er ontroerd van was. ‘En ik mag misschien kinderen wiskunde-bijles geven!’, straalde ze. Vlak voordat ze aan het werk ging hadden we nog een laatste afspraak. Ik was compleet overdonderd door haar verschijning; Kadi had zich prachtig gekleed in Afrikaanse kleren in goud- en zilverkleurige tinten. Ze had al haar sieraden omgehangen en straalde van oor tot oor. ‘Kijk!’, zei ze en ze bewoog haar vingers, ‘ze doen het weer!’
Kadi had een kaart voor me meegenomen waar op stond dat het voorbestemd was dat we elkaar waren tegengekomen en dat ze me nooit weer zou vergeten. Ik had ook een kaartje voor haar meegenomen en daar stond precies hetzelfde op.
Volgende keer het verhaal van Youssef uit Irak.

 

Deel dit artikel

Full 2
Culinaire routes
De leukste restaurants, de meest verfijnde smaken, de eerlijkste gerechten.
Full 2
Full 2
Fiets, wandel- en vaarroutes
Kom lekker in beweging en loop of fiets een mooie route!
Full 2
Full 2
Er op uit
Nederland is veelzijdiger dan je denkt. Laat het dagelijkse leven even achter je en geniet!
Full 2
Full 2
Schrijf mee
Vertel jij graag mooie verhalen? Schrijf dan mee met de redactie van 50+
Full 2
previous arrow
next arrow
Scroll naar boven
Scroll naar top