Wie ooit het genoegen heeft gehad om samen te wonen met een puber, weet dat het soms voelt alsof je in een gekkenhuis bent beland. Van de ‘silent treatment” tot regelrechte krijswedstrijden, drama’s over puistjes en liefdes. Maar laten we eerlijk zijn, het leven met pubers kan ook hilarisch zijn. Hier lees je tien redenen waarom pubers in huis vreselijk én vreselijk leuk zijn.
Tijd voor wraak ; )!
Je kunt je vast nog levendig herinneren hoeveel gebroken nachten jij hebt gehad toen je onmogelijke puber nog in de luiers zat. Inmiddels is het tij gekeerd en moet je vaak ontzettend veel moeite doen om die luiaards hun bed uit te krijgen. Hartstikke irritant natuurlijk, als je voor de duizendste keer onderaan de trap staat te bulderen dat ze eruit moeten. Maar ook het perfecte moment om ze ook eens uit hun zo geliefde slaap te halen. Je hoeft er echt geen emmer koud water overheen te mieteren, maar de plantenspuit doet wonderen. Niet voor het ochtendhumeur van je tiener overigens.
Geheimtaal
Pubers hebben hun eigen taal, en die lijkt soms op een geheime code. Als ouder ben je voortdurend aan het decoderen wat ze bedoelen met “brb”, “smh” of “YOLO”. Je kunt maar beter een urban woordenboek bij de hand hebben, anders snap je er geen snars van. Bijkomend voordeel is wel dat, wanneer je het eenmaal een beetje in de smiezen hebt, jij natuurlijk helemaal op de hoogte bent van die tienertaal en alle gebruiken die daarbij komt kijken. Maar vergis je niet, want als jij denkt hip te doen door ook zo te gaan praten of appen dan ben je vreselijk ‘cringe’.
Doe je dat aan?
Pubers hebben een heel eigen gevoel voor mode en de ene trend wordt al snel weer gevolgd door de andere. Van crop tops tot sokken in slippers. Je vraagt je af waar ze sommige kledingstukken überhaupt vandaan halen. En bij het kiezen van hun outfit kijken ze echt niet naar het weerbericht. Vallen de mussen van het dak? Jouw puber woont gewoon nog steeds in die smoezelige hoodie die hij al een half jaar aan heeft. Of hangen de ijspegels aan de dakgoot? Voor jouw puber geen reden om dat extreem korte rokje in de kast te laten liggen. Je kunt hoog of laag springen, maar ze hebben maling aan jouw mening over mode. En geef ze ook eens ongelijk, jij zag er destijds toch immers ook niet uit met je beenwarmers en neonkleurig trainingspak. Dus amuseer je vooral over hun vreemde kledingkeuzes en laat ze lekker. Gaat wel weer over.
Plunderpubers
Maakte je je vroeger nog zorgen over hoe jouw kleuter in vredesnaam kon overleven op een half broodje hagelslag en drie doperwten. Inmiddels is het eten niet aan te slepen. Pubers hebben een onstilbare honger waardoor ze om de haverklap voor de geopende deur van de koelkast hangen of de lade met lekkers plunderen. Je koopt een weekvoorraad aan snacks, en voor je het weet is alles spoorloos verdwenen. Wil jij ook nog iets te snaaien hebben dan doe je er goed aan om jouw favoriete snack ergens te verstoppen, want anders is het gegarandeerd weg. Maar tegelijkertijd is het ook heerlijk om je puber lekker te zien genieten van eten. Voor dat ook ineens weer over is en ze een six pack, thigh gap of iets anders onzinnigs nastreven.
Wijsneuzen
Pubers weten alles beter. Echt, alles. Ze hebben altijd wel een beter antwoord, een slimmere oplossing of een dieper inzicht in het leven. Althans, dat denken ze vooral zelf. Want hoewel ze ook vaak heel gevat uit de hoek kunnen komen, moeten ze tegelijkertijd ook nog veel leren. Hoe fijn als die wijsneuzen toch voor prangende vragen bij jou komen. Met jouw levenservaring kun je ze bovendien echte levenslessen leren, waar ze echt iets aan hebben.
Hoe werkt het ook alweer?
De digitale wereld verandert razendsnel. Maar pubers weten niet beter, want zij zijn er mee opgegroeid. Terwijl jij zit te worstelen met alle functionaliteiten in Insta of niets snapt van de instellingen van je nieuwe iPhone, weet jouw puber precies hoe het moet. En ze lossen het vaak ook graag voor je op, met een uitleg erbij waardoor jij je een soort fossiel voelt, maar goed. Het nadeel is natuurlijk wel dat ze zelf vastgegroeid lijken met hun digitale apparaten.
Grote kans op buien
Pubers hebben het vermogen om binnen enkele seconden van gelukzalig naar chagrijnig te gaan, en met dezelfde gang weer terug. Het is alsof ze een ingebouwde humeurbarometer hebben die constant fluctueert. Om het minste of geringste kan de wijzer ineens in het rood schieten. Het beste wat je kunt doen wanneer er zo’n bui is; wachten tot het weer overwaait en je afstand bewaren. Vooral niks zeggen, want dan kun je donder en bliksem verwachten.
Oesters
Als ze nog klein zijn kletsen ze de oren van je hoofd en wens je dat ze toch eventjes hun mond zouden houden. Maar dan heb je een puber en verlang je ineens terug naar de tijd dat werkelijk elke onbenulligheid in het leven met jou gedeeld werd. Plotseling is je puber in een oester veranderd. Gesloten en een tikkeltje mysterieus. Want je hebt geen idee wat er allemaal speelt in hun leven. En waag het eens er naar te vragen!
Shakespeareaanse drama’s
Die gesloten pubers gaan soms wel ineens wagenwijd open als er liefde in het spel is. Eindeloos vertellen ze je over die ene onbereikbare jongen of dat superknappe meisje. De onzekerheid slaat toe of misschien juist niet, maar hoe dan ook; ze ontkomen er niet aan. Uiteindelijk is er een keer sprake van liefdesverdriet. Dat is het einde van de wereld natuurlijk. Verwacht dramatische huilbuien, langslepende depressieve dagen, en wanhoop. Maak niet de fout om je puber te helpen met platitudes als ‘er zijn meer vissen in de zee’. Want voor je puber voelt het ook echt als het meest vreselijke ooit. Het enige voordeel? Met een beetje geluk kun je er een knuffel uitslepen. Want ook dat willen ze vaak niet meer.
Woon jij hier ook?
De tijd dat ze onafgebroken aan je been hingen is echt voorbij. Sterker nog, soms vraag je je af of ze ook nog eens een dagje gewoon lekker thuis blijven, bij jou. Pubers worden zo opgeslokt door hun eigen leventje, dat ze wel eens vergeten dat ze niet in een hotel wonen. Heerlijk dat ze hun eigen gangetje gaan. Maar als het echt te gek wordt, mis je ze gewoon. Aan de ene kant hoop je dat er over een paar jaar wel een plekje beschikbaar is op de superkrappe woningmarkt, maar aan de andere kant hou je ze ook maar wat graag nog even dichtbij. Als ze dat willen tenminste.