Prostaatkanker komt veel voor. De behandeling voor prostaatkanker bestaat onder meer uit een operatie om de tumor te verwijderen of bestraling. Maar niét behandelen is vaak ook een mogelijkheid.
Er hoeft niet direct gedacht te worden aan een operatie bij prostaatkanker. Als de tumor niet is uitgezaaid en er een laag risico op tumorgroei blijkt, dan kan er ook bestraald worden of worden afgewacht.
Consequenties na behandeling
Zowel opereren als bestralen kunnen namelijk nogal wat consequenties hebben. In het eerste geval kan een man incontinent raken of erectiestoornissen ervaren. Na bestraling kunnen er maag- en darmklachten optreden.
Regelmatig is een ingreep echter niet nodig. Veel mannen zijn hier niet van op de hoogte en willen dat er ingegrepen wordt, vaak uit angst of onvoldoende geïnformeerd zijn. Met alle mogelijke kans op nawerkingen.
Prostaattumoren groeien over het algemeen langzaam
Bij niet ingrijpen is het natuurlijk wel van belang onder controle te blijven om in de gaten te houden of de tumor groeit. Is dat het geval dan hangt het er vanaf of dat heel traag of sneller verloopt. Pas als dat helder is, kan een goed besluit voor een passende behandeling worden genomen. Over het algemeen groeien prostaattumoren namelijk langzaam.
Ziekenhuis gaan samenwerken
Negen ziekenhuizen gaan nu samenwerken om de zorg voor mannen met prostaatkanker te verbeteren en deze bij-effecten zo klein mogelijk te maken. Het samenbrengen van alle kennis en kunde van alle negen ziekenhuizen moet leiden tot niet alleen een verbetering van de behandelingen, maar zeker daarmee ook een hogere levensverwachting voor patiënten met prostaatkanker.
Operatie bij prostaatkanker
De ziekenhuizen die hierbij betrokken zijn: het Antoni van Leeuwenhoek Kanker Instituut, VU medisch centrum, AMC, Andros Mannenkliniek, Ziekenhuis Sint Jansdal, Noordwest Ziekenhuisgroep, Medisch Centrum Slotervaart, het Zuiderzee Ziekenhuis en het Rode Kruis Ziekenhuis. Alle operaties op het gebied van prostaatkanker zullen in het Antoni van Leeuwenhoek Kanker Instituut gaan plaatsvinden en de nabehandeling in het ‘eigen’ ziekenhuis.