Voedingssupplementen: onbetrouwbaar en soms gevaarlijk

Voedingssupplementen beloven veel, maar kunnen ongewenste gezondheidseffecten teweegbrengen. Dit staat vermeld in het jaaroverzicht 2016 van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), onderdeel van het UMC Utrecht.

(Tekst: UMC Utrecht)

Voedingssupplementen kunnen veel verschillende ingrediënten bevatten, van aminozuren en eiwitten, tot kruiden en paddenstoelextracten. In 2016 ontving het NVIC 740 meldingen over voedingssupplementen (exclusief vitamine- en mineralenpreparaten). Deze gingen vaak over jonge kinderen die per ongeluk een voedingssupplement hadden ingenomen, maar ook over het ontstaan van gezondheidsklachten na bewust gebruik, of misbruik, van voedingssupplementen. De meeste meldingen gingen over rustgevende supplementen (489 meldingen).

Onjuist etiket

Uit onderzoek is gebleken dat de informatie op het etiket van voedingssupplementen niet altijd klopt met wat er daadwerkelijk in het supplement zit. De vermelde hoeveelheden wijken af, of er zitten stoffen in het supplement die niet op het etiket genoemd worden. Soms worden zelfs geneesmiddelen of verboden stoffen in voedingssupplementen aangetroffen. Omdat het vooraf niet zeker is wat er precies in een voedingssupplement zit, zijn de risico’s van het gebruik onvoorspelbaar.

Bij meldingen over gezondheidsklachten kan het NVIC voedingssupplementen laten analyseren. Hiervoor werkt het NVIC samen met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Als uit analyse blijkt dat het supplement geneesmiddelen of verboden stoffen bevat, wordt dit gemeld aan de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). De NVWA kan ingrijpen als er signalen zijn dat het product niet veilig is, of als wet- en regelgeving wordt overtreden. In het kader van dit project zijn in 2016 in totaal acht supplementen geanalyseerd. Twee keer werden verboden ingrediënten aangetroffen, waaronder in een afslankmiddel met de naam Irem Naturel. De NVWA heeft in 2016 een publiekswaarschuwing afgegeven voor het gebruik van onder andere Irem Naturel.

Pre-workout poeders

Het meest risicovol zijn stimulerende sport- en afslankmiddelen. Hierin worden vaak illegale stoffen aangetroffen die serieuze gezondheidsklachten kunnen geven. In 2016 ontving het NVIC opvallend veel meldingen over zogenoemde ‘pre-workout’ poeders. Deze dienen ingenomen te worden voorafgaand aan het sporten. Gegevens van het NVIC, de NVWA en eerdere publicaties tonen aan dat deze producten regelmatig verboden stoffen bevatten die bij een intensieve training een hoog risico op gezondheidsproblemen geven. Dit kan in sommige gevallen leiden tot levensbedreigende situaties.

Olie van de hennepplant

In 2016 ontving het NVIC 64 meldingen over personen die olie van de hennepplant (Cannabis sativa) hadden ingenomen (vijf kinderen en 59 personen ouder dan 13 jaar). Veel van deze patiënten ontwikkelden gezondheidsklachten, zoals misselijkheid, slaperigheid, duizeligheid, verwardheid en versnelde hartslag. Ook hallucinaties traden bij verschillende patiënten op. Er bestaan verschillende soorten olie van de hennepplant. Sommige oliën bevatten psychoactieve stoffen (bv. tetrahydrocannabinol (THC)), anderen bevatten niet-psychoactieve stoffen (bv. cannabidiol (CBD)). Daarnaast bestaat ook synthetische CBD-olie. Hennepolie en CBD-olie bevatten in principe geen THC en mogen onder specifieke voorwaarden verhandeld worden als voedingssupplement op basis van de Warenwet. THC-olie, cannabisolie en wietolie bevatten meestal wel THC, en vallen onder de Opiumwet. De namen van de verschillende oliën worden soms echter door elkaar gebruikt, waardoor vaak niet duidelijk is wat de samenstelling van de olie is. De gegevens van het NVIC wijzen er op dat ook olie die verkocht wordt als CBD-olie soms psychoactieve stoffen bevat.

“Wees je ervan bewust dat het etiket van voedingssupplementen niet altijd klopt. Er kunnen andere stoffen in zitten dan op het etiket vermeld staan. Als je klachten ervaart bij gebruik van een supplement, twijfel dan niet, ga naar je huisarts en neem het supplement mee. Je huisarts kan vervolgens contact opnemen met het NVIC voor overleg”, aldus Irma de Vries, internist-toxicoloog verbonden aan het NVIC.

NVIC 24/7 bereikbaar voor hulpverleners

Het NVIC, opgericht in 1960 en sinds 2011 onderdeel van het UMC Utrecht, is de nationale vraagbaak voor huisartsen, medisch specialisten en andere hulpverleners bij acute vergiftigingen. Het NVIC geeft 24/7 informatie over de effecten en behandeling van vergiftigingen bij mensen en dieren. In Nederland bestaat geen meldingsplicht voor acute vergiftigingen en alleen vergiftigingen waarbij artsen en andere hulpverleners advies nodig hebben, worden bij het NVIC gemeld. In 2016 werd het NVIC 45.978 keer telefonisch geraadpleegd over in totaal 35.109 mensen en 6.170 dieren die waren blootgesteld aan giftige stoffen. Daarnaast is 74.918 keer gebruik gemaakt van de website www.vergiftigingen.info, waar hulpverleners zelf de toxicologische informatie van het NVIC kunnen raadplegen. De meeste informatieverzoeken aan het NVIC betreffen geneesmiddelen (zoals slaapmiddelen en pijnstillers) en huishoudmiddelen (zoals chloorbevattende middelen en vaatwasmiddelen). Door het grote aantal informatieverzoeken per jaar, heeft het NVIC goed inzicht in trends in het aantal vergiftigingen in Nederland.