Verschillen tussen mannen en vrouwen bij hartfalen

Er zijn aanzienlijke verschillen tussen mannen en vrouwen als het gaat om hartfalen. Mannen krijgen vaker hartfalen met een verminderde pompfunctie van het hart dan vrouwen en bij mannen ontwikkelt dit hartfalen zich op jongere leeftijd. Dit blijkt uit onderzoek van cardioloog Sven Meyer van het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Bij hartfalen pompt het hart niet genoeg bloed rond. Er ontstaan dan klachten als vermoeidheid of problemen met het vasthouden van vocht. Het is vaak het gevolg van ziekte van de hartspier.

Meyer onderzocht de klinische kenmerken van mannen en vrouwen die in het ziekenhuis zijn opgenomen voor hartfalen. Mannen blijken vaker hartfalen met verminderde pompfunctie te krijgen en ook op jongere leeftijd. Dit is vooral het gevolg van hartinfarcten.

Andere kenmerken
Het kenmerkende voor vrouwen is dat zij op duidelijk hogere leeftijd hartfalen ontwikkelen dan mannen. Vrouwen hebben een hoger risico op het ontwikkelen van hartfalen met behoud van pompfunctie. Boezemfibrilleren geeft een specifiek verhoogd risico op hartfalen bij vrouwen. Vrouwen hebben een betere prognose dan mannelijke patiënten, maar wat hun betere overlevingskansen verklaart is niet duidelijk.

Naast vormen van chronisch hartfalen onderzocht Meyer ook acuut hartfalen. Zijn onderzoek laat zien dat het risico voor mannen en vrouwen bij een acuut hartfalen vergelijkbaar is met mannen. Bovendien toont hij aan dat de uitkomsten in het ziekenhuis en na ontslag in acuut hartfalen vergelijkbaar zijn tussen mannen en vrouwen.

Biomarkers
Volgens Meyer is opvallend dat bepaalde biomarkers bij vrouwen met hartfalen minder hoge concentraties in het bloed laten zien, terwijl deze in het algemeen bij vrouwen juist hogere concentraties hebben. Dit pleit er volgens hem voor om verder te onderzoeken welke biologische processen echt het verschil tussen mannen en vrouwen bij de vormen van hartfalen uitmaken.

Meyer promoveert op 21 september 2016 aan de Rijksuniversiteit Groningen.