Start pilots logeerzorg om mantelzorgers te ontlasten

Bij logeerzorg verblijft de oudere tijdelijk op basis van een ‘sociale noodzaak’ – om de mantelzorger te ontlasten – op een andere locatie dan thuis, bijvoorbeeld een verpleeghuis.

Tien gemeenten starten met een pilot logeerzorg om mantelzorgers te ontlasten. Door logeerzorg kunnen ouderen die thuis zorg krijgen van bijvoorbeeld een partner tijdelijk in een zorginstelling ‘logeren’ zodat de mantelzorger even op adem kan komen.

Het ministerie van VWS ondersteunt de gemeenten met 1 miljoen euro vanuit het programma Langer Thuis. Met het geld kunnen gemeenten onder meer een coördinator voor de logeerzorg aanstellen. Deze brengt de mogelijkheden voor logeerzorg onder de aandacht van mantelzorgers en professionals en coördineert de samenwerking tussen gemeenten, zorgaanbieders en verzekeraars. De pilots worden gestart op initiatief van de Kamerleden Vera Bergkamp (D66) en Sophie Hermans (VVD).

Intensief en zwaar

Veel mensen zorgen voor een partner, familielid of naaste. Die mantelzorg is mooi, maar soms ook intensief en zwaar. Er zijn mantelzorgers die hierdoor overbelast raken en velen lopen het risico overbelast te worden. Om dit te voorkomen is er ondersteuning voor mantelzorgers, zoals respijtzorg. Respijtzorg is vervangende zorg die mantelzorgers in staat stelt om even er tussenuit te kunnen en op adem te komen.

Een bijzondere vorm van respijtzorg is logeerzorg. Bij logeerzorg verblijft de oudere tijdelijk op basis van een ‘sociale noodzaak’ – om de mantelzorger te ontlasten – op een andere locatie dan thuis, bijvoorbeeld een verpleeghuis. Het gaat om een ‘planbaar’ tijdelijk verblijf, dus geen acute of crisiszorg. De logeerzorg kan meerdere keren per jaar en op dezelfde locatie plaatsvinden. De Tweede Kamerleden Sophie Hermans (VVD) en Vera Bergkamp (D66) riepen in 2018 op om deze vorm van respijtzorg verder te ontwikkelen. Minister De Jonge zegde daarop toe om in het programma Langer Thuis, dat beoogt de zorg voor ouderen thuis te verbeteren, pilots in te richten voor deze vorm van respijtzorg.

Niet om hulp durven vragen

Veel mantelzorgers zijn niet bekend met de ondersteuningsmogelijkheden voor hen, durven niet om hulp te vragen, of voelen zich bezwaard om de zorg over te dragen aan anderen. Ook is er veel onbekendheid bij huisartsen en wijkverpleegkundigen – degenen die toch vaak als eerste zien dat een mantelzorger wel wat ondersteuning kan gebruiken –  over respijtzorg en logeerzorg. Bovendien is er ook op het gebied van de inkoop van plekken nog niet altijd duidelijk hoe logeerzorg te organiseren is. Gemeenten en zorgverzekeraars moeten daarin samenwerken, die samenwerking is nog niet vanzelfsprekend. Die drie elementen samen worden in de pilots opgelost.

Tien gemeenten (Westland, Capelle a/d IJssel, Dordrecht, Hoeksche Waard, Zeist, Nieuwegein, Helmond, Ede, Heerde en Assen) gaan aan de slag met de pilots. In elk van de pilotgemeenten gaat een coördinator logeerzorg aan de slag. Enerzijds om de partijen bij elkaar te brengen, anderzijds om de mantelzorgers te ondersteunen bij de toegang tot de logeerzorg. De 10 pilots zullen t/m april 2020 uitgevoerd en begeleid worden door VWS en kennisinstelling Movisie. Het doel is om te komen tot een stappenplan hoe gemeenten logeerzorg lokaal kunnen toepassen. Ook wordt de preventieve meerwaarde van logeerzorg zichtbaar gemaakt.

Langer thuis

Het aantal ouderen neemt toe in Nederland van zo’n 1,3 miljoen 75-plussers in 2019 tot 2,1 miljoen in 2030. Ouderen worden ook ouder, blijven langer vitaal en wonen als gevolg daarvan langer zelfstandig thuis. De ondersteuning van mantelzorgers is een van de drie belangrijke randvoorwaarden voor het verbeteren van een goede kwaliteit van leven voor de groeiende groep thuiswonende ouderen, waarop in het programma Langer Thuis wordt ingezet. Het programma Langer Thuis is onderdeel van het Pact voor de Ouderenzorg waarin ruim 200 partijen zich committeren aan het verbeteren van de zorg voor onze ouderen door de strijd aan te gaan tegen eenzaamheid, de kwaliteit van de verpleeghuiszorg te verbeteren en thuis wonen beter mogelijk te maken.