Portret: Klaas Bergsma (50), ambulance chauffeur

Alles heeft Klaas zo'n beetje al meegemaakt in de ruim 25 jaar dat hij ambulance chauffeur is. Naar eigen zeggen is hij de nuchterheid zelve, maar als het om kinderen gaat, is dat anders. 'Dat raakt je en blijft je bij'.

Hoeveel jonge jongens willen ambulance chauffeur worden? Na brandweerman staat deze job toch zeker in de top vijf. Klaas moet er om lachen. Zo heeft hij het nooit beleefd. “Ik had wel een idee wat het werk inhield, maar dat het nou mijn roeping was, nee.”

Klaas startte zijn loopbaan bij de technische dienst van Philips in Leeuwarden. “Ik had werktuigbouw gestudeerd en dit paste wel. Een prima baan en ver vooruit keek ik niet. Ik ben geen carrièreman. Ik doe wat ik leuk vind en dat wil ook nog wel eens veranderen.” Toen er bezuinigingen dreigden moest Klaas wel verder kijken. “Ik overwoog HBO-Verpleegkunde te gaan studeren. Dat sprak me wel aan en ik bezocht open dagen.” Een spontaan bezoek aan een uitzendbureau waar hij meldde dat ambulance-chauffeur hem ook wel wat leek, veranderde de zaak. “Ze vroegen me op de man af of ik wel wist wat dat inhield. Ik had wel ideeën. Mijn zorgzame karakter en de hang naar verpleegkunde leken me bovendien de ideale combinatie daarvoor.” Niet veel later liep Klaas drie weken stage en een half jaar later reed hij zelf in een ambulance.

‘Kinderen, dat blijft je bij’

Dit speelde 25 jaar geleden. In al die jaren heeft Klaas ‘alles wel gezien’, zoals hij dat zelf noemt. Alle mogelijke aandoeningen, ongevallen en incidenten waar de ambulance voor uitrukt. Klaas verblikt en verbloost er niet bij. “Zonder nuchterheid, kun je dit werk niet doen,” onderbouwt hij zijn blik. Maar ook een hulpverlener is niet van steen en Klaas moet bekennen dat de nuchterheid verdwijnt wanneer het om kinderen gaat. “Kinderen, dat blijft je bij.”
Na een korte stilte en een slok koffie, “ik heb collega’s zien vertrekken, niet zozeer door wat ze gezien hadden, maar door bijvoorbeeld de ervaring met gillende familieleden of omstanders die aan je staan te trekken terwijl ze roepen ‘komt het wel goed?’. Díe hulpeloosheid en onmacht van mensen er omheen, raken diep.”

Dan die herinnering van die ene keer dat de ambulance geroepen werd omdat er een auto tegen een boom was gereden. “Een jonge knaap had twee meisjes meegenomen die de bus hadden gemist toen ze na een avond stappen naar huis wilden. Hij gaf ze een lift, maar raakte halverwege de rit in een flauwe bocht de macht over het stuur kwijt. Alledrie kwamen ze hierbij om het leven. Bewoners die even voorbij die bocht woonden, kwamen op het tumult af. Bleek het om hun dochter te gaan. Die mensen gingen vervolgens helemaal door het lint.” Er valt een stilte. “De paniek en het verdriet bij die mensen…”.

Agressie richting hulpverleners

Dan weer met een lach: “al die omstanders bij een ongeval. We zijn een nieuwsgierig volkje. Voor je het weet staat er aan de overkant van de weg een file van kijkers, maar daar ben je tijdens je werk helemaal niet mee bezig. Dat neemt vaak de politie op zich.” Klaas haalt nadrukkelijk zijn schouders op als het gaat over agressie richting hulpverleners waaronder ambulance personeel. “Het valt in het noorden van het land wel mee, maar als het gebeurt komt het vaak doordat mensen machteloos moeten toekijken. Wachten duurt altijd lang, ook al gaat het maar om een minuut. Een minuut wachten, als er echt iets aan de hand is… ga er maar aan staan. Daar kunnen mensen echt van over de rooie raken. Soms is er drank in het spel en speelt groepsdynamica een rol. Jutten ze elkaar op.”

Scheurend door bochten, rijdend door rood, zwaailicht aan

Terug naar het vak van chauffeur. Lag het niet meer voor de hand om verpleegkundige te worden? “Mijn vader, inmiddels 81, was vrachtwagenchauffeur en als kind mocht ik vaak met hem mee. Ik haalde al jong alle mogelijke rijbewijzen en heb een tijd ook bijbaantjes gehad als vrachtwagenchauffeur. Het zal absoluut een rol bij mijn keuze hebben gespeeld om achter het stuur te kruipen in een ambulance om dit op die manier met het vak van hulpverlener te combineren.”

Dan toch die droom om hard door de stad te rijden om zo snel mogelijk een patiënt te bereiken en naar het ziekenhuis te vervoeren. Scheurend door bochten, rijdend door rood, zwaailicht aan. “Behalve dat ik zo’n droom nooit zelf heb gehad, moet ik deze ook direct doorprikken. Het gaat natuurlijk absoluut niet om hard rijden, laat staan scheuren. De veiligheid staat voorop en ook ambulance chauffeurs moeten zich aan de richtlijnen houden. De sirene is er voor herkenning. Je raast zeker niet als een dolle door het verkeer.”

Stevig het gaspedaal indrukken

Neemt niet weg dat Klaas als chauffeur soms stevig het gaspedaal moet indrukken, en daarnaast assisteert als er aan een slachtoffer eerste hulp moet worden verleend. “Ik zet medicatie klaar, start het reanimeren als dat nodig is en pas als iemand enigszins stabiel is, wordt deze in de wagen gelegd en vervoerd.”

‘Iedereen moet kunnen reanimeren’

“Hartproblemen doen zich het meest vaak voor,” voegt Klaas toe. “Dat treft vooral mannen, maar er is ook het fenomeen stil infarct wat vrouwen in de overgang kan treffen. Hartproblemen bij vrouwen die niet direct worden opgemerkt omdat het wordt weggeschreven onder de noemer: hormonale veranderingen en niet fit zijn. Maar het kan ook dan soms mis gaan als je dit niet tijdig opmerkt.”

Reanimatie cursussen

Niet voor niets is Klaas van mening dat iedereen moet kunnen reanimeren. “Ik ervaar het belang ervan als ik tijdens mijn werk iemand aantref die gereanimeerd moet en er staan allemaal mensen omheen die niets doen omdat ze niet weten wat ze moeten. Het was de aanleiding voor mij en mijn collega’s om in 2009 zelf reanimatie cursussen aan te bieden. We richtten een stichting op, bouwden een simpele website, kochten een oude reanimatiepop en voor we het wisten zat iedere cursus vol. Inmiddels werken we met tien instructeurs, allemaal vrijwillig. Met de opbrengst kopen we nieuw materiaal en oefen AED’s (Automatische Externe Defibrillator).” In navolging van de cursussen wordt Klaas inmiddels ook gevraagd voor het regelmatige onderhoud aan AED’s en het verzorgen van cursussen voor bedrijfs hulpverleners (BHV).

‘Deelnemers vragen zich af hoe laat ze naar huis kunnen of wanneer het broodje kroket klaar is’

“Veel bhv’ers worden door een bedrijf naar een cursus gestuurd. Zit je in zo’n zaaltje met twintig man. Allemaal personeel van verschillende bedrijven. De meeste deelnemers vragen zich al snel af hoe laat ze naar huis kunnen of wanneer het broodje kroket klaar is. Ik bedoel maar te zeggen dat het veelal een te algemene cursus is die de mensen niet echt boeit. Pas als je heel gericht gaat werken ten aanzien van de specifieke risico’s en risicogroepen binnen een bedrijf, raken mensen echt geïnteresseerd, want dan gaat het ergens om. Ik heb het wel eens meegemaakt dat je als ambulance personeel bij een bedrijf aankomt waar de bhv’er je opwacht die vervolgens echt wel weet wat hij moet doen, maar er tijdens zijn taak achter komt dat iets toch niet volgens de regels kan worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld omdat een lift niet groot genoeg blijkt of een gang is afgesloten of wat dan ook. Dat kost tijd en dat moet in zo’n geval natuurlijk niet. Daarom pleit ik voor een gerichte bhv cursus binnen een bedrijf. Dan weet je hoe de lijnen lopen, hoe het gebouw in elkaar zit en wat je als hiaat tegen kunt komen. Dat laatste kun je dan voor zijn als er echt iets aan de hand is.”

‘Zo iemand ziet er niet uit als die pop’

Nog even terug naar de vermeende romantiek van de chauffeur die als een razende naar de plek des onheils rijdt. “Dat moet ik dus helaas ontkrachten. Op sommige dagen zijn het louter rustige ritjes, patiëntenvervoer van en naar een ziekenhuis. Het bijvullen van de spullen en medicatie in de wagen en het nakijken van de apparatuur. Je moet immers altijd optimaal op alles voorbereid zijn.” Klaar zijn voor de zwaarste gevallen. En ook die doen zich voor. “Tijdens cursussen vertel ik dat we dan wel gezellig met elkaar die cursus doen met een pop en veel lachen, maar sta er ook even bij stil hoe het kan zijn als het om een werkelijke patiënt gaat. Zo iemand ziet er niet uit als die pop. Die is vrijwel altijd klam en bleek. Bezweet en grauw. Dat is een totaal andere ervaring dan met een pop.”

Iets doen is beter dan niets doen

“Ik wil mensen daar bewust van maken, maar er niet mee afschrikken want ook al handel je dan in zo’n stressvolle situatie niet helemaal volgens het protocol zoals je dat geleerd hebt, in alle gevallen geldt: iets doen is altijd beter dan niets doen. Doe je niets, dan is de kans groot dat iemand overlijdt. Ik heb groot respect voor de burger hulpverleners die razendsnel ter plaatse zijn. Vaak eerder dan wij, die er bij een spoedrit maximaal een kwartier over doen. Die eerste handelingen zijn cruciaal. Zij redden echt levens. En als het niet goed afloopt, ook niet nadat het ambulance personeel het heeft overgenomen en medicatie is toegepast, weet je dat er alles aan gedaan is. ”

Meer weten over de reanimatie cursussen, klik hier.