Gelly Talsma, kunstminnend ondernemer

In 2018 kun je op literair avontuur met Gelly Talsma. Wie is zij en wat drijft deze ondernemer?

Ieder weekend een portret van een inspirerende persoonlijkheid

Ze noemt niet direct haar leeftijd, maar wel met een frons in het voorhoofd haar geboortejaar. Daarna volgt die open blik met dito glimlach. Gelly Talsma. In 1952 geboren in Groningen. Geen onbekende in het noorden van het land, alhoewel ze nu ook Arnhem bezwangert met haar liefde voor literatuur, muziek, poëzie en beeldende kunst.

“Ik heb een beetje last van zendingsdrang,” vertelt Gelly. Of ze nu een boekhandel runt of lezingen en reizen organiseert, ze doet niets liever dan laten zien en vooral laten ervaren dat kunst, muziek, literatuur en poëzie het leven verrijken. “Schrijvers, musici, wetenschappers en kunstenaars in het algemeen hebben een visie en kunnen daarmee zaken in beweging brengen. Ze zijn een meerwaarde voor de maatschappij en kunnen je op andere gedachten brengen.”

‘Ik vertel niet hoe ik hem zover kreeg, dat is het geheim van de smid hè’

Vanuit haar bedrijf ‘De Culturele Onderneming’ organiseert Gelly lezingen. Wetenschappers, schrijvers, politici. Ze nodigt ze uit om te komen vertellen over hun vak, hun passie. Vooral in het noorden van het land, waar ze lange tijd woonde en nu ook in en rond haar nieuwe woonplaats Arnhem. “Waar ik ze op selecteer? Daar kan ik maar moeilijk antwoord op geven. Het moeten gewoon interessante mensen zijn. Ze moeten iets toevoegen aan wat er al is.” Een prettige samenwerking met de genodigde vindt Gelly even belangrijk. “Ik vind het heerlijk als er een klik is, als ik het gevoel heb dat we het samen doen. Het zijn natuurlijk soms echt wel beroemdheden, maar eigenlijk ook zo gewoon. Neem nou de beroemde Noorse schrijver Karl Ove Knausgard die ik een paar jaar geleden uitnodigde om over zijn zesdelige autobiografische romanreeks te vertellen in de Groningse Der Aa kerk.”

“Ik verklap niet hoe ik hem zover kreeg dat hij naar Nederland kwam, want het is niet gemakkelijk om zo’n beroemde man te programmeren. Dat is het geheim van de smid hè. In ieder geval zou hij komen en onderweg vanuit Schiphol naar Groningen bleek het enorm druk op de weg. Ik had vooraf in een eetcafé in de stad een tafel voor ons gereserveerd, maar we kwamen steeds krapper in de tijd en op een gegeven moment heb ik hem in de auto gebeld en gevraagd hoe laat hij er kon zijn. Ik heb de menukaart aan hem voorgelezen zodat hij al iets kon kiezen en ik heb er voor gezorgd dat de hap op tafel stond op het moment dat hij binnenkwam. Kon hij direct door. Dat is natuurlijk helemaal niet bijzonder, maar wel lekker gewoon en hij vond het erg fijn dat het zo ging. Dat we niet moeilijk en ingewikkeld deden. Hij is ook maar een mens, weet je. Wel een flinke roker trouwens. Hij stak de één na de andere peuk op. Ik heb hem tijdens zijn lezing herhaaldelijk gewaarschuwd als hij weer eens tussendoor naar buiten wilde om een sigaret op te steken. ‘Drie minuten’, zei ik dan. ‘Je krijgt drie minuten’. Ja, je moet wel een beetje streng zijn en de boel goed in de gaten houden.”

Het is Gelly ten voeten uit. Lekker gewoon, maar wel met een scherpe blik op de organisatorische kant van de zaak. “Als je iets organiseert moet je het goed doen,” vertelt ze. Gelly organiseert ook literaire reizen. Ooit een reis met Frank Westerman naar Rusland, met Gerrit Komrij naar Portugal. Afgelopen jaar organiseerde ze reizen en events rondom het werk van Gerrit Komrij in samenwerking met reis- en event-organisator Carla Oortwijn. “Met 25 mensen in een bus. Hartstikke leuk.” Volgend jaar april is er zo’n reis met Tessa de Loo vanwege het 25-jarig bestaan van haar boek De Tweeling. “Het heeft ook te maken met mensen met elkaar verbinden. Die schrijvers aan hun publiek en de mensen onderling. Dat is zo mooi om te doen.”

‘Ook als je zestig bent kun je nog iets ontdekken van jezelf wat je eerder niet kende’

Ze straalt als ze het over ‘haar’ schrijvers heeft waarvan ze er een groot aantal heeft leren kennen toen ze nog een eigen boekhandel had. Van 1981 tot en met 2007 was ze oprichtster van Athena’s Boekhandel in de Groningse Oude Kijk in ’t Jatstraat. Gelijk wist ze dat met louter boeken verkopen haar liefde voor de literatuur niet volledig tot z’n recht kwam. Ze wilde meer en nodigde schrijvers en dichters uit om te komen vertellen over hun werk. Zo ontstonden die lezingen. “En ik bood een podium voor nieuw talent. Nieuw hè, niet jong, want ook als je zestig bent kun je nog iets ontdekken van jezelf wat je eerder niet kende.”

“Die boekhandel werd mijn lust en mijn leven. Het begon heel eenvoudig. Mijn eerste kassa was een sigarenkistje. En het liep niet direct storm hoor. Er waren dagen dat ik geen omzet draaide, maar ik gaf mezelf drie jaar om het op te bouwen.” Na drie jaar ging het lopen en de boekhandel heeft bijna dertig jaar bestaan. Daarna ging deze over in handen van Boekhandel Van der Velde. “Er wordt zelfs nu nog wel eens gezegd: ‘jij bent toch Athena!’. Ik zou zo weer een boekhandel beginnen, maar nee… ik ben er nu te oud voor. Ik doe nu ook mooie dingen als het om de literatuur en de kunsten gaat. Niet alles hoeft aan die boeken gerelateerd te zijn.”

Trots dat Gerard Reve in 1986 bij haar kwam

Haar passie voor het boekenvak heeft ze misschien wel te danken aan de gedichten van Vasalis. “In mijn ouderlijk huis was geen boek te vinden, behalve de Bijbel. Ik moet een jaar of zestien geweest zijn toen ik het werk van de dichteres Vasalis tegen kwam. Ik ben vergeten waar ik ze aantrof, maar weet nog wel heel goed dat het me enorm raakte. Ik vond het zo mooi. Ik leerde gedichten uit mijn hoofd en dat moet een zaadje hebben gepland.” In combinatie met een dosis ondernemersgeest die ze via haar vader had gekregen, een Groningse grossier in aardappelen, vormden dat de ingrediënten voor Athena.

Anna Enquist had haar eerste optreden bij Athena. Arnon Grunberg kwam er als ‘jonkie’. “Het was op de vooravond voor hij naar New York vertrok,” vertelt Gelly. “ik gaf hem de New York kunst en cultuur versie uit de Blue Guides Serie cadeau en zei hem: ‘waar ter wereld je ook bent, in een boekhandel of een museum, met deze culturele bagage ben je altijd thuis.” Het was nog maar het begin van een lange reeks schrijvers en dichters die de boekhandel aan zouden doen. Ronald Giphart, Jan Brokken, Gerrit Komrij, Andreas Burnier, Doeschka Meijsing, Voskuil. Ze is er trots op. Trots dat Gerard Reve in 1986 bij haar kwam. “En Rutger Kopland. Die was ook veel bij me.”

“Ik had in mijn winkel iedere ochtend een thermoskan met koffie staan. Een boek verkopen is over boeken praten, over literatuur, schrijvers, teksten. Daar kan wat mij betreft altijd een kop koffie bij.” Ze moet lachen om de zogenoemde moderne boekhandel waar het koffie drinken als iets speciaals wordt geduid. “Dat kon je in de jaren zeventig bij Boucher in Den Haag al. Of bij de Bijenkorf. Dat is niets nieuws.”

Volgend jaar organiseert ze onder meer een aantal lunchlezingen samen met Tresoar met onder andere commissaris van de koning Arno Brok, violiste Simone Lamsma. “Ik vind het belangrijk dit aan te kunnen bieden. Cultuur is niet links, cultuur is voeding voor de geest. Het is als eten en drinken. Dat moet je je leven lang koesteren. Ik doe het in ieder geval op mijn manier, met mijn creativiteit en mijn ondernemersgeest. Leeftijd doet er dan niet toe. Ik ben overigens nu 65,5 jaar,” sluit ze lachend af. “Ik begin nog net”.