BLOG – Er zijn van die onverwachte momenten in het leven waardoor je voor altijd anders naar iets zult kijken. Dat iets is in dit geval alles met vanillesmaak. Ik houd van vanillekwark, vanille-ijs en vanillemilkshakes. Dus toen ik vorige week met mijn lief als toetje vanilleyoghurt at, genoot ik daar erg van. En toen zei hij ineens: “Wist je dat er bevergeil in dit soort producten kan zitten?” Eh.. bevergeil? Is dat wat ik denk dat het is? Mijn vriend, die veel van de natuur weet, legde het me natuurlijk graag even uit. “Met bevergeil, of castoreum, maken bevers geursporen om hun territorium af te zetten. Het komt uit klieren bij de anus van het dier en wordt door de mens onder andere gebruikt als geurstof in parfums. Wat best gek is, want puur ruikt het smerig. Maar het zit ook in voeding, om een sterkere vanille- of karamelsmaak te krijgen.”
Gelukkig wachtte hij met dit hele verhaal tot mijn bakje leeg was, anders had hij de allerlaatste keer dat ik onbezorgd zou kunnen genieten van een heerlijke vanillesmaak ook nog verpest. Ik ging na zijn woorden natuurlijk meteen googelen en het eerste dat ik zag was een foto van een vanille-ijsje met aan beide kanten een hele onsmakelijke beverklier. Ik ben geen beelddenker, maar dat beeld blijft nog wel een tijdje op mijn netvlies staan.
Wat ik ook vond was een filmpje van het programma Keuringsdienst van waarde. Het programma werd op het spoor van bevergeil gezet door de Engelse kok Jamie Oliver, die het spul in een uitzending noemde. Eén van de presentatoren van Keuringsdienst van waarde ging naar Canada (de Europese bever is beschermd) om uit te zoeken wat er waar was van Jamie’s bewering dat castoreum gebruikt werd als smaakstof. In Europa was niemand echt bereid om te praten over het onderwerp, maar in Canada was men iets opener. Er bleek wel degelijk een bloeiende castoreumhandel te bestaan.
Terug in Nederland wees een test met twee soorten vanille-ijs van eigen bodem uit dat er geen bevergeil in zat. Maar dat betekent zeker niet dat er in ons land geen producten te koop zijn waar het wel in zit. Bijvoorbeeld in mijn vanilleyoghurt. Dus ik pas even totdat ik deze informatie vergeten ben. En dat zou best eens lang kunnen duren, want ik heb een olifantengeheugen. Maar goed, in dit geval heb ik mijn leeftijd mee zullen we maar zeggen. Wie weet lik ik ooit weer eens aan een vanille-ijsje, maar voorlopig ff niet.
Nu ik toch al bezig ben om de eetlust te bederven, deel ik graag nog een paar best wel smerige ingrediënten met jullie die je ongemerkt misschien vaak in je mond stopt. Want als je googelt op bevergeil, dan kom je nog veel meer viezige dingen tegen. Ik vind roze koeken bijvoorbeeld erg lekker. En hoe leuk zijn die roze muisjes als er een klein babymeisje geboren is? Je bijt je tanden er kapot op, maar het is toch een traktatie. Wel allemaal heel roze en daar gaat het dus ook mis. Want heb je enig idee waar die kleur vandaan komt? Komt ie: het zijn geplette luizen. Er gaan honderveertigduizend luizen in een kilo karmijnzuur. Die luizen worden onder andere op de Canarische eilanden van schijfcactussen geschraapt en doodgeschud. Ja, ik heb het ook niet bedacht en ik sla echt wel eens een mug dood. Maar dit vind ik toch wel een dingetje. Zeg nou zelf, een glas Fristi en een Mona aardbeientoetje zijn ineens een stuk minder aantrekkelijk nu je weet dat zielige geplette luisjes voor de kleur gezorgd hebben. Karmijnzuur zit trouwens ook in lippenstift.
Nog even over die Mona pudding. Daar zit gelatine in, een bindmiddel. Het laat die pudding lekker drillen, zit in drop en snoep en het omhult badparels en capsules van medicijnen en vitamines. Zelf slik ik iedere dag vitamine D tegen botontkalking en dat is ook zo’n glibberige capsule. Die ik vanaf nu nog minder makkelijk door mijn strot krijg omdat ik nu weet dat gelatine gemaakt wordt van huid, botten en kraakbeen dat uit slachtafval komt. Jak.. Nog los van dat ik dat zelf een onsmakelijk idee vindt, lijkt het me ook nog eens een crime voor veganisten. Want gelatine wordt ook gebruikt om vruchtensappen helder te maken. Ik keek al nooit meer op etiketten, domweg omdat ik ze zonder leesbril met geen mogelijkheid kan lezen. Maar ik ga dat nu ook thuis met bril niet meer doen.
Ik drink geen bier, gewoon omdat ik dat niet lekker vind. Lucky me, want daarmee ontkom ik aan de inname van gedroogde zwemblazen van vissen. Daar wordt namelijk vislijm van gemaakt en dat zit in sommige biersoorten. Het geeft de drank een heldere kleur. Voor het bottelen wordt het er als het goed is wel weer uitgezeefd. Maar toch.
En dan wil ik je tenslotte nog met heel veel tegenzin wijzen op het feit dat er een kans bestaat dat er ‘mensenhaar’ in je brood zit. Om deeg een betere samenstelling te geven wordt door bakkers L-cysteïne gebruikt. Er zijn meerdere mogelijkheden om dat te maken. Er is een plantaardige variant en het kan uit eendenveren worden onttrokken. Dat is nog te doen. Maar in de Chinese fabrieken waar de stof vandaan komt schijnt tachtig procent van de geproduceerde L-cysteïne uit mensenhaar te komen. Dat haar halen ze gewoon bij plaatselijke kappers (waarom moeilijk doen als het makkelijk kan) en daarna wordt het gereinigd (er moeten een hoop peuken, wattenstaafjes en scheermesjes uitgehaald worden) en via een chemisch proces verwerkt. Het is in de EU verboden om mensenhaar als grondstof te gebruiken. Maar uit een uitzending van de Keuringsdienst van waarde bleek dat je onmogelijk achteraf kunt vaststellen waar L-cysteïne uit gewonnen is. Een kijkje nemen in een Chinese fabriek is ook kansloos. En aangezien mensenhaar goedkoper is dan eendenveren ben ik er niet helemaal gerust op..