Ga jij als 70plusser nog schaatsen?

Als je de zeventig bent gepasseerd, is het misschien niet meer zo logisch om na jaren weer het ijs op te gaan. Waag je het er nog een keer op of blijven de schaatsen in de kast?

50+ redacteur Rinnie, inmiddels 78 jaar, gaat op zoek naar haar schaatsen. Ze zou nog zo graag. Over ouder worden, afscheid nemen en herinneringen.

Ze zien er nog best redelijk uit. Het zwarte leer van de schaatsschoenen voelt wat stug aan. Daar is een flinke dot schoenpoets nodig en misschien ook wat vet voor de bruin leren beschermers van de ijzers, maar verder is er niks mis mee. Ik kan ze nog best gebruiken. Op de ijzers staat nog een deel van de reclame tekst in blauw en wit: Kungaly, made of pure Swedish steel.

Ik kocht ze meer dan vijftig jaar geleden en ze vervingen destijds de Friese Noren, die van hout waren, met losse schoenen er op. Die waren nog van mijn moeder geweest. Enkele jaren geleden heb ik deze Noren nog laten slijpen, want als er ijs op de sloten en vaarten ligt, komen ook de kriebels. Dan moet alles klaar liggen.

Met rode wangen op de fiets weer naar huis

Vandaag ben ik diep in de kast gedoken om die zwarte zak met daarin mijn schaatsen te zoeken. Ze lagen ver weg geborgen, na zoveel jaren niet in gebruik te zijn geweest. Als ik ze uit de zak haal overkomt mij een vreemd gevoel van heimwee.

De schaatsen van Rinnie.

Wat was dat een mooie tijd, met die strenge winters. In mijn verbeelding gingen we in mijn jeugd elke avond met vrienden en vriendinnen naar de ijsbaan. Dikke pret, rondjes schaatsen met vrolijke muziek uit hoge masten met een luidspreker. Spanning vanwege de vraag, welk vriendje jou rond de baan zou duwen. Heerlijk met elkaar rondjes draaien. En na afloop allemaal samen, met rode wangen op de fiets weer naar huis.

Er volgen meer herinneringen. Mooie tochten over meren en vaarten, maar ook herbeleef ik weer die val, na een scherpe bocht, met als gevolg een pijnlijke pols en enkele weken in een dikke laag wit gips. “Nu ga je toch zeker nooit weer schaatsen? “, hoorde ik toen overal om me heen. Daar moest ik diep over na denken. Ik laat me niet zo snel beïnvloeden, ik wacht liever af. ‘Laat ze maar praten, als er weer een gelegenheid is, dan ga ik weer’.

Daar is weer die spanning

We weten nu al een paar dagen, dat het strenger gaat vriezen. Volkomen onverwacht, want het is al bijna maart. Daar is weer die spanning. Ik merk het ook aan veel jongere vrienden om me heen. Straks kunnen we weer, maar wat doe ik? Toch schaatsen? Ga ik het doen of niet?

Ga ik nog een laatste keer het ijs op? Ik wil toch zo graag. Het is een kwestie van wikken en wegen, want ik hoor al lang niet meer bij de jeugd en ouderdom en broze botten horen bij elkaar. Ik overdenk de wijze waarschuwingen die ik hoor over gebroken polsen, een kapotte heup. En mijn conditie laat ook te wensen over.

Ik ga toch, denk ik dan

Ik heb soms zo’n hekel aan al die wijze woorden. Het maakt me vandaag opstandig als was ik nog een puber. Ik ga toch, denk ik dan. Ik kan het nog best. Maar dan is er ook twijfel. Ik weet het, dat als je ouder wordt, je ook steeds een beetje meer afscheid moet nemen. Misschien moet ik nu moedig zijn om dat feit te kunnen aanvaarden.

De schaatsen liggen met de veters aan elkaar gebonden voor mij op de houten vloer. Mijn dierbare schaatsen. Ik begrijp het, dit is een moeilijk moment van afscheid. Het moet maar bij herinneringen blijven. Ik slaak een diepe zucht. De schaatsen gaan terug in de zak. Misschien kan ik er over een poosje iemand anders blij mee maken.