Iedereen vanaf 18 jaar is straks donor, tenzij je dat niet wenst en specifiek aangeeft. Met dit nieuwe registratiesysteem zal het aantal donoren met ingang van juli 2020 toenemen, waarmee het tekort aan donoren zo mogelijk sterk wordt teruggebracht of misschien wel zal verdwijnen.
Jaarlijks staan er zo’n duizend mensen op de wachtlijst voor orgaandonatie. Op de site van de transplantatiestichting staat vermeld dat er maar liefst jaarlijks 150 mensen overlijden die op een donor wachten. Met de nieuwe donorwet is het denkbaar dat dat tot het verleden gaat behoren.
De donorwet is met 38 stemmen voor en 36 tegen aangenomen. Een nipte aanname na het acht jaar lang lobbyen door Pia Dijkstra. Wie nu niets invult, is automatisch donor en heeft ‘geen bezwaar’ achter zijn naam staan. Wil je dat niet dan moet je daar actie voor ondernemen. Nabestaanden hebben echter altijd nog een stem. Willen zij dat er geen organen worden afgestaan, dan gebeurt het ook niet.
Overgeleverd aan de medische wetenschap
Er is lang over gesteggeld. Mensen menen dat het logisch is dat je na je dood je organen en weefsel beschikbaar stelt aan wie het hard nodig heeft om te overleven. Anderen menen dat je op deze wijze overgeleverd bent aan de medische wetenschap en eigenlijk niets meer te zeggen hebt. Als je donor bent, mag je immers niet zelf bepalen bij wie jouw organen terecht komen. Het gaat er om wie het hoogst op de wachtlijst staat en de organen het hardst nodig heeft.
Er is slechts één uitzondering. Alcoholisten en (drugs)verslaafden en zelfs rokers staan niet op die wachtlijst zolang zij nog verslaafd zijn. Ze moeten minimaal een half jaar ‘clean’ zijn om in aanmerking te komen. Daar is een strenge controle op.
Is iemand uit jouw naaste omgeving overleden en donor dan hoor je na enige tijd van het ziekenhuis of de donatie is geslaagd. Namen van mensen die organen of weefsels hebben gekregen, worden nooit openbaar gemaakt. Een enkele keer wordt er uit dankbaarheid anoniem een bericht overgebracht. In het boek ‘Hoe kan ik je ooit bedanken’ is een aantal van die bedankbrieven opgenomen.
Acht levens redden
Britt Dekker vertelde onlangs in het televisieprogramma DWDD (do. 8 februari) dat haar overleden vader als donor maar liefst zes mensen had kunnen helpen aan nieuwe organen. Zes! Nu moet je weten dat wanneer al je organen en weefsel na overlijden bruikbaar zijn, je zelfs wel acht levens kunt redden met het afstaan van je hart, twee keer een nier, longen, alvleesklier, dunne darm en lever. Maar ook huid, oogweefsel, bot- en peesweefsel en grote vaten zijn af te staan.
Een arts bepaalt of iemand hersen- of hartdood is. Dat moet honderd procent zeker zijn. Een arts heeft er een eed voor afgelegd en zal er dus eerst alles aan doen iemand in leven te houden. Pas als er een daadwerkelijke doodverklaring is, kan er overgegaan worden tot donatie. Dat gebeurt door een andere arts dan degene die de dood heeft geconstateerd.
Iemand die in coma ligt, is niet hersendood. Er is immers nog elektrische activiteit in de hersenen. Zo iemand wordt niet dood verklaard en er kan dan ook geen sprake van zijn dat hij of zij als donor wordt ingezet. Wie overlijdt aan bijvoorbeeld een hartstilstand kan ook donor zijn. Alleen het hart is niet bruikbaar.
Eén of meerdere donatiegesprekken
Na overlijden kan er zowel voor als na de donatie afscheid worden genomen. In principe proberen artsen de behandeling zo kort mogelijk te laten duren, liefst binnen 24 uur. Dit gebeurt door een transplantatie-arts of artsen van de weefselbank, op een zodanige wijze dat het lichaam normaal kan worden opgebaard zonder nare zichtbare wonden of iets dergelijks. Zelfs wanneer er van oogdonatie sprake is worden de ogen vervangen door prothesen en worden de ogen gesloten.
Er wordt serieus met nabestaanden overlegd over de donatie. Er zijn zogenoemde donatie intensivisten die de familie op de hoogte brengen van het overlijden van een patiënt en vervolgens met de familie in gesprek gaan over de donatie. Dat daar regelmatig veel emoties bij komen kijken, is niet vreemd. Het is vooral belangrijk dat de familie dan goed geïnformeerd wordt en een juiste keuze kan maken. Het gaat om één of meerdere donatiegesprekken, daar wordt zorgvuldig mee omgegaan. Ook al is in principe iedereen nu donor, de familie heeft nog altijd een stem.
Het boek ‘Hoe kan ik je ooit bedanken’ is gratis beschikbaar voor professionals en nabestaanden. Meer daarover via de transplantatiestichting