Lang ongesteld in de overgang

Tijdens de overgang gaat de menstruatie rommelen. Vaak is dit een van de eerste symptomen die de overgang aankondigen. Je cyclus kan langer of korter worden. Maar ook de menstruatieduur zelf kan veranderen. Was je vroeger bijvoorbeeld maar drie dagen ongesteld, tijdens de overgang kun je veel langer blijven bloeden. Waarom is dit en moet je met deze klacht eigenlijk naar de dokter?

Langer menstrueren tijdens de overgang

Lang ongesteld in de overgang is een veelgehoorde klacht. Maar wat versta je onder lang? Een ‘normale’ menstruatie duurt zo’n vijf dagen. Tijdens de overgang kan die periode zich dus uitbreiden. De duur van de langere menstruatie kan variëren. De ene vrouw is een week ongesteld, bij de ander kan het zomaar twee weken aanhouden.

Overigens kan je ook juist korter ongesteld zijn tijdens de overgang. In plaats van vijf dagen, ben je er met een dag of twee al vanaf. Wat ook veel voorkomt is een afwisseling tussen deze twee varianten. De ene keer ben je korter ongesteld, de andere keer veel langer dan normaal. Kortom: er is geen peil op te trekken. Helaas hoort dit allemaal bij de overgang.

Waarom ben je langer ongesteld in de overgang?

Heel kort of juist langer ongesteld zijn in de overgang heeft alles te maken met de afname van de hormoonproductie. In aanloop naar de menopauze vermindert de aanmaak van oestrogeen en progesteron. Deze hormonen regelen tijdens je vruchtbare jaren je menstruatiepatroon. Oestrogeen zorgt voor de opbouw van het baarmoederslijmvlies, progesteron voor de afstoot van het slijmvlies. Als je minder van deze hormonen aanmaakt, raakt dit proces dus ontregelt. Uiteindelijk stop je helemaal met menstrueren. Je allerlaatste menstruatie is je menopauze.

Andere menstruatieklachten tijdens de overgang

Naast langdurig ongesteld zijn tijdens de overgang, kun je te maken krijgen met nog meer menstruatieklachten, zoals:

  • Heviger ongesteld zijn. Veel vrouwen klagen over het verliezen van grote bloedstolsels. Dit maakt ongesteld zijn heel erg lastig omdat je eigenlijk steeds in de buurt wil zijn van een toilet om de boel te verschonen.
  • Afwijkende kleur van het menstruatiebloed. Je verliest dan bijvoorbeeld een roestbruingekleurde afscheiding in plaats van ‘echt’ bloed.
  • Meer last van pms-klachten (zoals pijnlijke borsten, hoofdpijn of stemmingswisselingen) of menstruatiepijn.

Wanneer naar de dokter?

In principe is korter, langer of heviger ongesteld zijn in de overgang niet iets bijzonders. Ben je vaker wel dan niet ongesteld, of verlies je steeds heel veel bloed, meld je dan wel even bij de huisarts. Door het aanhoudende bloedverlies loop je het risico op bloedarmoede. Bovendien kan langdurig bloedverlies ook het symptoom zijn van een andere aandoening, zoals een poliep of een vleesboom.

Ga ook naar de huisarts als je ineens weer bloed verliest na de menopauze (dus nadat je minimaal een jaar niet meer ongesteld bent geweest).

Langdurige menstruaties in de overgang behandelen

Ben je steeds lang ongesteld in de overgang en belemmert dit je in je functioneren? Dan kun je met je huisarts of gynaecoloog bespreken of hier iets aan te doen is. Een paar opties:

  • Hormoontherapie kan helpen bij overgangsklachten als een onregelmatige of hevige menstruatie.
  • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, kunnen hevig bloedverlies verminderen.
  • De gynaecoloog kan poliklinisch je baarmoederslijmvlies verwijderen. Hierdoor behoud je wel je baarmoeder maar verminderen de menstruatieklachten sterk.

Bij al deze opties heb je een (kleine, maar toch…) kans op bijwerkingen/complicaties. Hormoontherapie is echter beter dan de pil (door)slikken tijdens de overgang. De anticonceptiepil wordt namelijk afgeraden aan vrouwen die ouder zijn dan 50 vanwege het verhoogde risico op ernstige bijwerkingen!

Geen zin in kunstmatige medicijnen? Natuurlijke middelen kunnen je lichaam ook ondersteunen bij overgangsklachten. Je zou kunnen kijken of dit je menstruatiepatroon wat normaliseert.

Blijf in ieder geval gezond eten tijdens de overgang. Zorg er vooral voor dat je voldoende ijzer binnenkrijgt om ijzertekort door overmatig bloedverlies te voorkomen.